pangi
Tekst: Marijke Kunst in samenwerking met Thomas Polimé

Borduren met ruitjes en lapjes

Kleding die Marrons in Suriname dragen is heel kleurrijk en kent een lange geschiedenis. Mooie stoffen - met of zonder borduurwerk - zijn niet alleen bijzonder populair bij vrouwen én mannen maar spelen ook een heel belangrijke rol in het dagelijkse, sociale en religieuze leven. Textiel is een soort bindmiddel in de Marron cultuur. De stoffen en kleding laten ook heel goed zien wat de laatste modetrends in kleur of motief zijn. De laatste decennia dragen Marron vrouwen in Paramaribo en andere steden weer vaker traditionele kleding op hoogtijdagen - meestal een doek die om de heupen is gewikkeld en een omslagdoek. Zo’n heupdoek heet pangi en wordt ook in Nederland vaker gedragen bij rituelen.

Klik op de afbeeldingen voor het fotobijschrift.

De veelkleurige pangi en andere doeken worden naar de laatste mode prachtig versierd met verschillende soorten borduurwerk. Naar schatting wordt jaarlijks zo’n 365 kilometer geruite stof door Suriname geïmporteerd, en vooral door Marrons gekocht. In de loop van de tijd werden continu nieuwe technieken en trends geïntroduceerd. In dit wereldverhaal lees je hier meer over. Ook leer je de geheime boodschappen voor beoogde liefdespartners lezen die op sommige doeken zijn afgebeeld.

pangi
Pangi met geappliqueerde bloem- en bladmotieven uit Paramaribo, 2005-2006. (TM-6376-1)

Een nieuwe cultuur in een nieuwe natuurlijke omgeving

Marrons zijn mensen die de slavernij ontvluchtten en hun nakomelingen. Vanaf halverwege de 17e eeuw ontstonden Marron nederzettingen in de moeilijk toegankelijke regenwouden aan de noordkust van Zuid-Amerika – in het huidige Suriname en Guyana. Vanuit verschillende West- en Centraal-Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse culturen ontstond een nieuwe cultuur. In Suriname nu leven zes verschillende groepen Marrons: Ndyuka of Okanisi, Saamaka, Boni of Aluku, Kwiinti, Pamaka en Matawai.

Guyanas
Guyanas ArnoldPlaton, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons

Kleding verandert, maar ook niet helemaal

Marron mannen dragen tegenwoordig - zeker in de stad - vaak een (korte) broek en T-shirt. Marron vrouwen dragen een jurk of combineren een rok met een topje of blouse. Tot begin 20e eeuw droegen mannen en jongens een kamisa - een doek die tussen de benen werd doorgehaald en opgehouden met een band of koord (kamisa -tétei, ook wel kamitetey genoemd) om het middel. Die werd soms aangevuld met een schouderdoek die één schouder vrij liet (dyemba, banya koosu, bigipangi, banyakoto).

Vrouwen en meisjes droegen een kwei (schaamschortje), pangi (wikkelrok), olibobi (bh) en angisa (hals- of hoofddoek). Meisjes gingen vanaf ongeveer dertienjarige leeftijd een kwei dragen, waaruit bleek dat ze huwbaar waren. In het dagelijkse werk sloegen ze onbewerkte doeken om. Maar op belangrijkere momenten deed een vrouw een mooie bewerkte doek om die ook wel als geschenk gegeven werd.

Liefde voor streepjes en ruitjes

In Suriname werd aanvankelijk veel effen witte, rode en blauwe en blauw-gestreepte katoen geïmporteerd uit India en later Nederland (‘bontjes’). Gestreepte en later geruite stoffen waren zeer gewild - vooral als de stof licht, soepel en goed wasbaar was. Van de geïmporteerde stoffen naaiden vrouwen kleding zoals grote omslagdoeken die om de heupen en/of het bovenlichaam gewikkeld werden. Meerdere stofbanen werden aan elkaar genaaid, vaak versierd met borduurwerk van zijdegaren in bloempatronen langs de naden. Behalve met de hand werd ook met een naaimachine gewerkt voor eigen gebruik en verkoop.

Liefde voor kleur

n borduurwerk, patchwork en kledingstukken werden sterk contrasterende kleuren bijzonder gewaardeerd. Door de populariteit van patchwork werden de doeken begin 20e eeuw veelkleuriger. Door vierkante en driehoekige stukjes stof in contrasterende kleuren aan elkaar te naaien kreeg een doek optisch meer diepte. Toen er in het tweede kwart van de 20e eeuw stoffen in alle denkbare kleuren op de markt kwamen, veranderde het kleurgebruik enorm en werd Marron textiel veelkleuriger. Ook patchwork met stroken stof werd populair - het aan elkaar zetten van lange stroken contrasterende stof in allerlei kleuren.

Er wordt niets verspild

Er wordt veel stof gebruikt voor een pangi, maar vroeger werd ieder stukje gebruikt, want stof was schaars. Patchwork was daarom een heel efficiënte techniek: de allerkleinste restjes stof worden met speciale borduursteken aan elkaar genaaid. Verschillende textieltechnieken, borduursteken, borduurpatronen en modetrends ontwikkelden zich en werden vaak lange tijd en naast elkaar werden gebruikt. In de periode 1910-1970 werd veel strokenpatchwork gemaakt met smalle stroken kleurig gestreepte stof die voornamelijk parallel aan elkaar genaaid werd. Zomen doorbreken vaak het hoofdpatroon of contrasteren ermee.

Borduren met of zonder linialen en passers

In de periode ca. 1850-1930 - met een hoogtepunt tussen 1870-1890 - werden met gebogen lijnen figuren gevormd en daarna opgevuld met borduurwerk in contrasterende kleuren.

In de periode 1890-1980 - met een hoogtepunt tussen 1930-1950 - werden patronen soms eerst nauwkeurig getekend met linialen en passers zodat strakke geometrische en symmetrische lijnen, bogen en cirkels geborduurd konden worden.

Populaire nieuwe technieken en kleuren

Vanaf de 90er jaren van de 20e eeuw is geappliqueerd textiel de grote mode, vooral voor vrouwen. Uit een effen stuk stof worden figuren geknipt en op een effen of geruite basisstof genaaid - of geplakt zoals dit in Suriname wordt genoemd. Dat kunnen contrasterende kleuren zijn of juist stoffen in dezelfde kleursoort. De patronen kunnen figuratief zijn - bladeren, bloemen, mensen - of meer abstract en decoratief. Effen felgekleurde stoffen zijn een nieuwe trend. Een heel nieuwe ontwikkeling zijn geverfde en geprinte doeken die in serie gemaakt worden.

Persoonlijke berichten voor een partner borduren

Op Marron doeken zijn vaak tekens en symbolen geborduurd. Muziek, ritme, tekens en symbolen zijn manieren om te communiceren, boodschappen over te brengen. Ieder teken of een symbool kan een betekenis hebben en ook die hangt vrij vaak samen met man-vrouw relaties. Het schenken van mooi gedecoreerde voorwerpen aan een (beoogde) partner hoort bij het flirten en aangaan van een relatie. Tekens of symbolen worden vaak in brede kring begrepen. Maar als een vrouw een individuele boodschap borduurt op een doek die zij speciaal voor iemand maakt, dan is haar boodschap alleen voor de ontvanger. Een recente ontwikkeling is het borduren en appliqueren van tekst op doeken die iedereen kan begrijpen, zoals spreekwoorden, soms politieke boodschappen of commentaar, maar ook weer liefdes- en seksuele boodschappen. Deze doeken worden kant en klaar verkocht.

De figuren op de onderstaande schouderdoek (banya koosu) uit ca. 1900 verbeelden menselijke figuren en scheldwoorden. De tekst wordt verticaal gelezen, van boven naar beneden. Helemaal links en helemaal rechts: twee mensen met daartussen de weg van de liefde. Op de tweede en vierde rij zijn een bloem en een kruis afgebeeld: symbool van liefde en een scheldwoord bestemd voor degenen die de liefde bekritiseren. Drie menselijke figuren in de middelste rij verbeelden een zoen, en een man en een vrouw die de liefde gaan bedrijven.

Pangi in Paramaribo

Tot begin van de 20e eeuw deden Marrons hun traditionele kleding uit bij het naderen van Paramaribo. Pangi zijn deel uit te gaan maken van een meer algemene Afro-Surinaamse kledingstijl. Ook andere Afro-Surinaamse vrouwen dragen nu soms een pangi. Ze dragen hun traditionele kleding met trots, als een symbool van culturele eigenheid, maar combineren die net zo gemakkelijk met kleding uit de stad.

Wil je meer lezen over ethetiek in de Marron cultuur, de betekenis van textiel in familie- en liefdesrelaties, het geven van geschenken en het gebruik van textiel in rituelen rond geboorte, huwelijk, begrafenis en rouw? Houd dan deze pagina in de gaten.

Dit wereldverhaal is geschreven in samenwerking met Thomas Polimé, en gebaseerd op de publicatie Zeg het met doeken. Marrontextiel en de Tropenmuseumcollectie, van Thomas Polimé en Alex Stipriaan, 2013.