bantam koloniale erfenis

Winstgevende handel. Maar voor wie?

Je kent de Europese geschiedenisverhalen wel over ‘ontdekkingsreizigers’ en nieuw ‘ontdekte’ gebieden. Aan het eind van de 16e eeuw gingen Nederlandse handelaren op zoek naar producten om te verhandelen. Dit deden andere Europese handelaren ook. Overal waar de Nederlanders toen in Azië, Afrika en Noord- en Zuid-Amerika arriveerden, kwamen ze altijd op plaatsen waar al eeuwenlang mensen leefden, met complexe handelsrelaties en rijke culturele tradities. De handel in specerijen en producten was winstgevend voor de Hollanders. Maar er was veel concurrentie van Portugese, Chinese en Indiase handelaren. In het begin moesten Hollanders zich ook schikken naar de handelsvoorwaarden van lokale heersers.

De Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC), de twee grote Nederlandse handelsondernemingen, bouwden een internationaal netwerk op. Daarbij gebruikten ze de al bestaande handelsnetwerken. Zij namen vaak met geweld de macht en handel over. Lokaal verzet als reactie op de Nederlandse agressie was er vanaf het begin al.

Een belangrijk aspect van kolonialisme is slavernij. Zowel in Azië, Afrika als Noord- en Zuid Amerika  dwongen Europeanen mensen voor hen te werken. Ze maakten mensen tot slaaf en handelden ook op grote schaal in tot slaaf gemaakte mensen. Zo vormde slavernij mede de basis voor wat zou uitgroeien tot een internationaal koloniaal netwerk.

Dit zijn voorbeelden van gebieden waar Nederland op wat voor manier dan ook koloniale invloed heeft gehad. In de tentoonstelling Onze Koloniale Erfenis is een uitgebreidere interactieve kaart te zien.

De eerste kennismaking

De sultan van het West-Javaanse Banten ontmoet Cornelis de Houtman, opperkoopman van de eerste Hollandse vloot naar Indonesië in 1596. Banten was het centrum van de handel in peper, een 'peperduur’ specerij. De reis verliep rampzalig en veel bemanningsleden stierven. Deze schoolplaat geeft een geromantiseerd beeld van deze kennismaking. In werkelijkheid verliep die niet respectvol maar juist heel stroef door het ondiplomatieke handelen van De Houtman. Vijf jaar na zijn terugkeer werd de VOC opgericht.

Gates of Return II 

Een van de werken in deze tentoonstelling is het werk van kunstenaar Julien Sinzogan. Hij verwijst met de titel van dit schilderij naar de Gate of no return: de doorgang waardoor tot slaaf gemaakte Afrikanen van fort naar schip werden gebracht. Eenmaal hierdoorheen zouden ze nooit meer terugkeren naar hun geboorteland. Maar in dit werk keren ze wel terug, in de vorm van egungun, of vooroudergeesten. De centrale figuur bewaakt de scheiding tussen beide werelden. 

Beeld: Julien Sinzogan (1957-) ‘Gates of Return II’; Parijs; papier, verf, inkt; 2009; aankoop, Bank Giro Loterij, TM-6411-1 

Een gift van een koning

Voordat Europese landen het Afrikaanse continent in de 19e eeuw in bezit namen, omvatte het veel machtige koninkrijken. Deze gouden pijp is een gift van een monarch van zo’n rijk: Asantehene Kwaku Dua, de heerser van de Asante in Ghana. In 1836 sloot hij een contract met de Nederlandse overheid, die Afrikaanse soldaten zocht voor het koloniale leger in Indonesië. De pijp was een cadeau aan Koning Willem I.

Beeld: Asante; Ghana; 1837; van J. Verveer, 1837; tot 1883 in bezit van het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden; RV-360-5211

Oudste kris

Deze kris – een dolk – is de oudste gedateerde kris ter wereld. Dat is te zien aan het in beelden aangebrachte Javaanse jaartal 1264 (1342 n.Chr.). De Javaanse vorst Paku Alam V schonk het in de 19e eeuw aan de Indo-Europese arts en mysticus Chris Knaud nadat die zijn zoon had genezen. In de 20e eeuw was de kris lang spoorloos, tot hij in 2002 werd teruggevonden in een bankkluis van de familie Knaud. Zij gaf hem langdurig in bruikleen aan het Tropenmuseum.

Beeld: Java, Indonesië; ijzerlegering, roodkoper; 1342; bruikleen; TM-6046-1 

In de zaal ‘Winstgevende handel’ kom je meer te weten over hoe het pad van Nederlanders dat van andere bevolkingen heeft doorkruist.